Door anderen te redden, redden we onszelf
Het is vijf jaar geleden dat de Veger is verdwenen. Sindsdien heeft Nan geen andere keuze dan te werken als schoorsteenveger voor de meedogenloze Wilkie Crudd.
Wanneer Nan tijdens het vegen vast komt te zitten in een brandende schoorsteen, is ze bang dat ze er nooit meer uit zal komen. Maar dan wordt ze gered door een golem, een wezentje gemaakt van roet en as. Charlie is lief, onschuldig en nieuwsgierig naar de wereld om hem heen. Er ontstaat een onverwachte, hechte vriendschap. Kunnen zij samen ontsnappen aan de wrede Wilkie Grudd?
Na een schipbreuk spoelt de lading van een vrachtschip aan op een onbewoond eiland. Uit een van de kapotte kisten komt Roz tevoorschijn, een robot. Ze snapt niet wat er gebeurd is en wat ze nu moet doen. Een robot is toch niet gemaakt om te overleven in de wilde natuur? Als Roz vriendschap sluit met de dieren op het eiland gaat ze zich steeds meer thuis voelen. En ze leert van de dieren hoe ze zich kan redden in het wild. Tot er op een dag indringers op het eiland verschijnen. Ze zijn op zoek naar Roz...
Mary staarde naar het roestige ding in haar handen. Een sleutel. ‘Misschien lag hij daar wel tien jaar begraven,’ fluisterde ze. ‘Misschien is hij wel van de tuin!’
Ze mocht overal komen, hadden ze gezegd, alleen niet in die ene kamer, en in die ene tuin. Maar Mary hoort geluiden, in de verboden kamer. Inbeelding zeggen ze. En verboden! Over de muur van de geheime tuin ziet Mary steeds dezelfde vogel vliegen. Ze houdt niet van verboden en ook niet van geheimen. Kan Mary de geheimen ontrafelen?